Skip to Main Content

Verwijzen volgens de Leidraad voor juridische auteurs 2019

Samenvatting van de Leidraad voor juridische auteurs met voorbeelden en een aanvulling over het verwijzen naar elektronische bronnen

Algemeen

Verwijzingen naar uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Unie worden op  dezelfde manier opgebouwd als verwijzingen naar Nederlandse jurisprudentie (zie onder Jurisprudentie).

Tussen datum en ECLI wordt echter het zaaknummer gemeld.

Roepnaamvermelding (meestal partijen) wordt sterk aanbevolen.

De vermelding van curia.europa.eu is voor de elektronische uitgave overbodig.1

 


  1. Leidraad voor juridische auteurs, p. 86.

Voorbeelden van verwijzingen met alleen de gegevens die minimaal nodig zijn

  • HvJ EU 24 januari 2019, C-447/17, ECLI:EU:C:2019:60 (Baladin).
  • HvJ EU 25 maart 2010, C-79/09, ECLI:EU:C:2010:171 (Commissie/Nederland).
  • GvEA EG 7 juli 1994, T-43/92, ECLI:EU:T:1994:79 (Dunlop/Slazenger).
  • Gerecht EU 15 december 2015, T-64/15, ECLI:EU:T2015:973 (Shoe Branding Europe/BHIM).
  • GvA EU 11 april 2016, F-49/15, ECLI:EU:F:2016:72 (FN/Commissie).

Voorbeelden van verwijzingen met aanvullende gegevens

Met vermelding van vindplaats

  • HvJ EU 24 januari 2019, C-447/17, ECLI:EU:C:2019:60, BNB 2019/66 m.nt. P. Kavelaars (Baladin).
  • HvJ EG 27 november 1991, C-4/91, ECLI:EU:C:1991:448, Jur. 1991, p. I-5627 (Bleis).
  • GvEA EG 7 juli 1994, T-43/92, ECLI:EU:T:1994:79, Jur. 1994, p. II-441 (Dunlop /Slazenger).