Bij verkort verwijzen is een literatuurlijst met volledige bibliografische gegevens aan het eind van een essay of scriptie noodzakelijk.
Laat de lemmata in een literatuurlijst beginnen met de gebruikte verkorte verwijzing, om het vinden te vergemakkelijken.
Men kan de lijst door het tekstverwerkingssysteem op alfabet laten sorteren. Sorteerfouten met voorvoegsels zoals ‘van’ en ‘van der’ worden voorkomen door deze toevoegingen achter de achternaam te plaatsen. Dit geldt uitsluitend voor de eerste of enige auteur in het opschrift van het lemma in de literatuurlijst.
In de voetnoot speelt dit probleem niet en wordt de omdraaiing achterwege gelaten.
Auteurloze werken, zoals rapporten en adviezen, worden gewoon in de alfabetische rangschikking opgenomen.1
De literatuurlijst moet volledig, alfabetisch en niet onderverdeeld zijn.2
Dijk, van & Van Hoof 1990
P. van Dijk & G.J.H. van Hoof, De Europese Conventie in theorie en praktijk, Nijmegen: Ars Aequi Libri 1990.
Duk, RMThemis 1988, p. 156-159
W. Duk, ‘Beoordelingsvrijheid en beleidsvrijheid’, RMThemis 1988, p. 156-169.
Meij, de, Staats- en bestuursrecht 1996
J.M. de Meij, Inleiding tot het staats- en bestuursrecht, Groningen: Wolters-Noordhoff 1996.
Meij, de, Uitingsvrijheid 1996
J.M. de Meij, Uitingsvrijheid. De vrije informatiestroom in grondwettelijk perspectief, Amsterdam: Cramwinckel 1996.
Mulder 1993
L. Mulder, Minderheden als nieuwe bevolkingsgroep. De verwezenlijking van gelijkheid en verscheidenheid (diss. Amsterdam
UvA), Nijmegen: Ars Aequi Libri 1993.
Vrije nieuwsgaring 1975
Vrije nieuwsgaring. Een rapport op verzoek van het bestuur betaald voetbal van de KNVB, Amsterdam: KNVB 1975.
Toelichting
Als bij de eerste auteur het voorvoegsel achter de achternaam wordt gezet, ziet het lemma er niet meer hetzelfde uit als de voetnoot. Ook ziet het er niet fraai uit als een volgende auteur vermeld wordt met het voorvoegsel voor de achternaam. Wij raden aan om het voorvoegsel altijd voor de achternaam te zetten in het lemma. Overleg eventueel met uw docent of begeleider.
Regelgeving, jurisprudentie en andere Kamerstukken dan beleidsnota’s, -rapporten en -adviezen horen niet in de literatuurlijst thuis.3
U kunt besluiten een jurisprudentielijst op te nemen. Deze kan zo opgezet worden dat zij tevens jurisprudentieregister is. Het verdient aanbeveling de jurisprudentielijst in te delen naar instantie. Een territoriaal-hiërarchische volgorde ligt daarbij voor de hand:
Per instantie worden de uitspraken in chronologische volgorde vermeld.1
Op dezelfde manier als een jurisprudentielijst kunt u ook een lijst maken met regelgeving en een lijst met parlementaire documenten. Overleg eventueel met uw docent.