Verwijzen heeft meerdere doelen:
Verwijzen volgens Chicago Manual of Style
De Chicago Manual of Style gebruik je om te verwijzen naar de literatuur en andere bronnen die je gebruikt in je eigen tekst. Je verwijst in je eigen tekst naar de literatuur en bronnen. Aan het einde van je document geef je in een bibliografie of literatuurlijst nogmaals de bronnen die je hebt gebruikt.
Verwijzingen in de tekst
Hoe je in je tekst verwijst naar de literatuur die je hebt gebruikt, staat beschreven in de regels van de Chicago Manual of Style. Voor verschillende publicatietypes, zoals bijvoorbeeld een boek, een artikel in een tijdschrift, een e-book of een webpagina, gelden andere regels voor verwijzen. Deze regels zijn heel strikt.
Bibliografie
In de bibliografie of literatuurlijst aan het einde van je paper zien de verwijzingen er anders uit dan de verwijzingen in de tekst.
De Chicago Manual of Style beschrijft twee manieren om te verwijzen:
Welk systeem je kiest, hangt af van je vakgebied, de regels van je opleiding, de voorkeur van je docent of je eigen voorkeur. Het eerste systeem, Notes and Bibliography, wordt meestal in de geesteswetenschappen gebruikt en het tweede systeem, de Author-Date References vaker in de bètawetenschappen en sociale wetenschappen.
Het grootste verschil tussen de twee stijlen is dat je in I: Notes and Bibliography in de tekst verwijst naar je bronnen door voetnoten of eindnoten te gebruiken en dat je in stijl II: Author-Date References in de lopende tekst verwijst naar de bronnen door de naam van de auteur en het publicatiejaar tussen haken te vermelden. Bij beide stijlen geef je in een literatuurlijst of bibliografie nogmaals alle gebruikte bronnen.
Welk systeem je ook gaat gebruiken, wees je ervan bewust dat de regels heel strikt zijn en consequent opgevolgd dienen te worden. Naar ieder soort publicatie behoor je op een andere manier te verwijzen. Een verwijzing naar een boek of naar een artikel in een tijdschrift bijvoorbeeld, zien er verschillend uit. Hoe je volgens de beide systemen van CMS verwijst naar de meest voorkomende publicaties, wordt in deze e-learningmodule behandeld. Zie de tabbladen bovenaan de pagina voor beide systemen.
Het werk van een andere auteur kan je op verschillende manieren gebruiken in je paper:
Wat het inhoudt: | Wat je doet: | |
Citeren | Letterlijk overnemen van een tekstpassage | Je kondigt in je paper aan dat je een auteur gaat citeren. Dat iets een citaat is, laat je blijken in de opmaak. Aan het einde van het citaat verwijs je naar de bron. |
Samenvatten | Samenvatting geven van een tekstpassage, zonder daarbij je eigen mening of interpretatie te geven. | Je kondigt aan dat je een samenvatting geeft van een tekstpassage en je verwijst naar de bron. |
Parafraseren | In je eigen woorden een idee of gedachte van iemand anders weergeven, zondar daarbij je eigen interpretatie of mening te geven. | Je geeft aan dat je een idee of gedachte van iemand uiteenzet en je verwijst naar de bron. |
Hoe een verwijzing eruit moet zien, hangt ervan af welk systeem van de Chicago Manual of Style je kiest.